HR: aansprakelijkheid wegbeheerder voorwerpen op de weg

19-10-2016

De Hoge Raad heeft onlangs beslist dat de aansprakelijkheid van de wegbeheerder op grond van art. 6:174 BW (aansprakelijkheid voor opstallen) is beperkt tot gebreken die samenhangen met de verkeersfunctie van de openbare weg. De aanwezigheid op een openbare weg van een voorwerp dat niet behoort tot de weg in de zin van art. 6:174 BW en dat gevaar schept voor personen of zaken, is geen gebrek van de weg als bedoeld in dat artikel.

De wegbeheerder kan echter, mede uit hoofde van zijn algemene zorgplicht ten aanzien van de veiligheid van weggebruikers, wel aansprakelijk zijn voor de aanwezigheid van - niet van de weg, het weglichaam of weguitrusting deel uitmakende - voorwerpen op de weg op grond van art. 6:162 BW (onrechtmatige daad).

Zowel bij de beoordeling op grond van art. 6:174 BW als 6:162 BW zijn de kelderluikcriteria van belang. Het verschil tussen beide artikelen zit hem vooral in het feit dat art. 6:174 BW een risicoaansprakelijkheid schept en art. 6:162 BW niet. De bewijspositie van het slachtoffer is sterker indien een beroep op art. 6:174 BW kan worden gedaan. Nu de Hoge Raad expliciet oordeelt dat in beide gevallen de kelderluikcriteria van toepassing zijn, is het de vraag of het in de praktijk nog heel veel verschil uit maakt welk artikel van toepassing is.

In deze zaak ging het om een voetganger die was gestruikeld over een elektriciteitskabel. Deze kabel lag op een trottoir en verbond de marktkramen op de nabij gelegen marktplaats met een elektriciteitshuisje van de gemeente.

A-G Hartlief oordeelde - kort gezegd - dat de aanwezigheid van de kabel op de openbare weg in dit geval wel onder het bereik van art. 6:174 BW viel en dat het cassatieberoep op dat punt gegrond was. Desalniettemin was hij van mening dat, gelet op de kelderluikcriteria, de gemeente gelet op de omstandigheden van het geval toch niet aansprakelijk is. De Hoge Raad oordeelde dus anders wat betreft het bereik van art. 6:174 BW, maar komt tot hetzelfde eindoordeel.

Voor meer informatie zie de uitspraak.

De voetganger werd in cassatie bijgestaan door Niels van Steijn. Meer door Niels van Steijn behandelde cassatiezaken vindt u hier.